ooievaars

Wanneer zijn de ooievaars in het Zwin Natuur Park?

tijdlijn ooievaars

Januari

Het kleine aantal ooievaars dat in de buurt van het Zwin overwintert, komt steeds vaker hun nest bezoeken. De vogels brengen er op sommige dagen de nacht door. Naarmate de maand vordert brengen ze ook overdag vaker tijd door op hun oude nest. Dat doen ze om duidelijk te claimen dat dit hun nest is en dat ze van plan zijn om het volgend broedseizoen weer te willen gebruiken. De overwinteraars zijn oudere ooievaars, die de omgeving als hun broekzak kennen. Ze weten waar ze in de wintermaanden hun kostje bij elkaar kunnen scharrelen. In regel zijn het ook vogels die al jarenlang ter plekke broeden. Het nest dat ze bezetten is het nest waarop ze de vorige jaren gebroed hebben.  

De vogels die de winter in het zuiden doorbrengen, zitten nu nog steeds op hun overwinteringsplaats.

ooievaar

Februari

De ooievaars die lokaal hebben overwinterd zijn nu dagelijks op hun nest te vinden, zeker naarmate de maand vordert. Om energie te sparen staan ze vaak langdurig te soezen. Broedparen waarvan beide leden overwinteren klepperen regelmatig. De weersomstandigheden spelen een belangrijke rol bij aan- of afwezigheid. Bij zonnig en rustig weer zijn de vogels vaak aanwezig, maar bij koud of stormachtig weer zoeken ze liefst andere oorden op. 

In de loop van de maand arriveren de eerste ooievaars die de winter in het zuiden hebben doorgebracht. De vogels die nu al zo vroeg aankomen hebben vermoedelijk niet te ver naar het zuiden gezeten, wellicht hoofdzakelijk in Frankrijk. Van daar is het maar een korte reis terug richting broedplaats. De nieuwkomers nemen meteen hun oude nest in en brengen er ook veel tijd op door. De vroege aankomers zijn in regel broedvogels die al jaren ter plekke broeden. Ze kennen elkaar en de lokaal overwinterende ooievaars die al aanwezig waren. Daardoor zijn er op dit moment nog niet of nauwelijks conflicten tussen de aanwezige ooievaars. 

februari

Maart

In maart wordt het echt serieus voor de ooievaars die broedse plannen hebben. De voorbereidingen voor het nieuwe broedseizoen gaan duidelijk de hoogte in. Het oude nest wordt verder uitgebouwd. Ooievaars die terugkeren naar een nest waarop in vorige jaren al werd gebroed, voegen een nieuwe laag takken toe. Door die nestbouw wordt het nest verstevigd na de winter én het versterkt ook de band tussen het broedpaar. Het is meer dan zomaar wat takken op een hoop gooien: ooievaars lijken vaak lang na te denken hoe dat ene takje precies moet liggen en soms verlegt de ene partner een tak die door de andere partner al was goed gelegd. Daarnaast wordt er steeds vaker volop geklepperd en de koppels gaan regelmatig met elkaar paren. 

In de loop van de maand komen ook nog nieuwe ooievaars aan. Vermoedelijk zijn dit exemplaren die verder naar het zuiden hebben overwinterd. Daar zijn ook nieuwkomers bij, die nog niet eerder ter plekke gebroed hebben. Hun komst gaat vaak gepaard met flink wat gebakkelei! Ooievaars kunnen een flink potje vechten als het er op aankomt het nest van hun dromen te verwerven. Soms tot bloedens toe! 

Tegen het einde van maart worden de eerste eieren gelegd in bepaalde nesten. De meest ervaren koppels, bestaande uit vogels die al jaren (meestal samen) in het park broeden, zijn in regel de vroegste starters. Nieuwkomers of nieuw gevormde broedparen beginnen meestal pas in april met de eileg. 

maart

April

Ooievaars die eind maart nog geen eieren hadden gelegd, doen dat in april. Dat gaat vrijwel steeds om nieuwkomers of nieuw gevormde paren: die starten later met de eileg dan de meer ervaren vogels van broedparen die al jaren ter plekke broeden. 

De eieren worden niet allemaal tegelijkertijd gelegd, maar met een tussenpoos van ongeveer twee dagen. Ooievaars beginnen wel meteen vanaf het eerste ei met broeden. Dat betekent dat de jongen niet allemaal tegelijk zullen uitkomen. 

Na de drukte en de conflicten van maart wordt het in april wat rustiger. In deze maand zijn de meeste ooievaars geduldig bezig met het uitbroeden van de eieren. Het duurt ongeveer 33 dagen tot een ei uitkomt, dus een broedende ooievaar kan wel wat geduld gebruiken. Op het einde van de maand komen de eerste eieren uit bij de koppels die als eersten zijn begonnen met broeden.

In de loop van april duiken nog af en toe nieuwe ooievaars op. Dat zijn vermoedelijk steevast jonge vogels, die nog geen eigen broedplaats hebben. Als het om geringde exemplaren gaat, kan de herkomst achterhaald worden. Voor een deel blijkt het dan om vogels te gaan die in het Zwin en omgeving geboren zijn. Soms zijn er ook exemplaren van verderaf bij. Een klein deel van die laatkomers probeert ter plekke een nestplaats te veroveren, al dan niet met succes. Soms beginnen ze nog effectief te broeden, maar dat loopt vrijwel steeds uit op een niet-succesvolle broedpoging. Zo niet bezetten ze gewoon een nest, al dan niet met een partner. Dat is een soort investering en voorafname op een volgend broedseizoen in het volgende jaar. De meeste passanten die in april langs komen vertrekken weer. Jonge ooievaars van 2-3 jaar oud bezoeken vaak een aantal broedgebieden vooraleer ze uiteindelijk zullen kiezen waar ze zich gaan vestigen om aan hun broedcarrière te beginnen. 

april

Mei

Mei is de maand waarin de meeste ooievaarskuikens geboren worden. In het begin zijn de kuikens heel klein en hulpeloos. Hun eerste donskleed is dun en ze kunnen nog niet zelfstandig hun temperatuur onder controle houden. Daardoor hebben ze voortdurend bescherming en warmte nodig hebben van een van hun ouders.

De ouders verdelen de taken mooi onderling. Ze wisselen elkaar af: terwijl de ene de kleine kuikens beschermt en warm houdt, zoek de andere naar voedsel. Als de voedselzoeker arriveert vertrekt de andere vogel meestal meteen. Ooievaars slikken het voedsel voor hun jongen eerst in en brengen het zo naar het nest. Daar braken ze het als een vies papje op voor hun kuikens. Hoewel dit er misschien wat vreemd uitziet, lijken de kleintjes er gulzig van te genieten!

Omdat de eieren met een paar dagen verschil zijn gelegd, komen de jongen niet allemaal tegelijk uit. Hierdoor is er een aanzienlijk verschil in grootte, vooral tussen de oudste en de jongste kuikens. De kleintjes hebben het zwaar. In het nest geldt het recht van de sterkste: de oudste, grootste jongen claimen het meeste voedsel. Behalve als er voedsel in overvloed is, zijn de overlevingskansen van de allerkleinsten in regel heel klein. Vaak overleven zij hun eerste levensweken niet.

mei

Juni

In juni is het volop groeitijd voor de jonge ooievaars in het nest. Het duurt ongeveer twee maanden vooraleer een klein kuiken is uitgegroeid tot een volgroeide ooievaar. Naarmate de jongen groter worden krijgen ze een nieuw, tweede donskleed. dat is wat dikker dan het eerste, en laat toe dat de jongen hun lichaamstemperatuur beter onder controle kunnen houden. De jongen kunnen daardoor steeds vaker alleen gelaten worden door de ouders. Dat is ook nodig omdat de voedselbehoefte van de opgroeiende jongen steeds groter wordt. Beide ouders moeten aan de bak om voldoende eten te verzamelen. 

In juni zijn de jongen groot genoeg om een wetenschappelijke ring te krijgen aan één van hun poten. Dankzij het unieke nummer op die ring zijn ze de rest van hun leven individueel te herkennen. Op die manier kunnen we veel bijleren over ooievaars en kunnen ze nog beter beschermd worden.

jun

Juli

In de eerste helft van juli verlaten de meeste jonge ooievaars het nest. Hoewel ze dan al sterk op hun ouders lijken, kan je aan hun snavel zien dat het nog jonge vogels zijn: die is iets korter dan die van volwassen ooievaars en de punt is nog enigszins zwartachtig van kleur. In het begin zijn de jonge ooievaars nog onhandige vliegers, maar ze leren snel om hun vliegskills te verbeteren.

Zodra de jongen het nest hebben verlaten, verminderen de ouders de aanvoer van voedsel. De jonge ooievaars worden daardoor aangespoord zelf hun kost bij elkaar te scharrelen. Gelukkig kunnen ze met de oudere vogels mee en zo observeren hoe het moet.

juli

Augustus

Augustus is de maand van het grote vertrek voor de meeste ooievaars. Nadat ze in juli het nest hebben verlaten, hebben de jonge vogels  nauwelijks een maand na om goed te leren vliegen en zelfstandig voedsel te leren zoeken. Naarmate hun vliegkunsten verbeteren, maken ze regelmatig korte vlieguitstapjes in de buurt. Op die manier leren ze de omgeving van hun geboorteplaats goed kennen vanuit de lucht. Die kennis zal hen later van pas komen als ze terug noordwaarts vliegen, want zo kunnen ze de weg terug vinden.

Op een mooie augustusdag vertrekken ze dan richting het zuiden. Dat is steevast een dag met mooi, zonnig weer, aangezien er dan veel thermiek is, waardoor ze gemakkelijk en zonder veel moeite tot op grote hoogte kunnen zweven.

augustus

September

September is een echte reismaand voor het merendeel van de ooievaars. Een klein aantal exemplaren trekt niet weg en zal hier blijven overwinteren, maar de meeste vogels zijn in deze maand onderweg naar een plekje in het zuiden. Oudere vogels die al ervaring hebben, kennen de plekken waar ze terecht kunnen en vertrekken met dat doel voor ogen. Voor jonge vogels is het allemaal nieuw.

september

Oktober

Oudere ooievaars die al een paar trekreizen op de teller hebben staan, zijn in deze maand in hun overwinteringsgebied aangekomen. Jonge vogels die hun eerste grote reis ondernemen missen die ervaring. Vaak zijn zij in oktober nog onderweg, zwervend tussen verschillende plaatsen waar ze misschien zouden kunnen overwinteren. Het is niet gemakkelijk kiezen als je nog niet veel ervaring hebt. Het is van belang dat je als ooievaar een plaats vindt waar voedsel aanwezig is én waar het veilig is. Jonge ooievaars zijn zich nog niet helemaal bewust van de risico’s en de gevaren, en daarom lopen ze een grotere kans om de trekperiode niet te overleven.

ooievaar

November

November is de maand waarin alle ooievaars het rustig aan doen. Tegen deze tijd heeft iedereen een plek gevonden waar ze kunnen overwinteren. De meeste ooievaars die bij ons broeden gaan overwinteren in Spanje of in het noorden van Marokko. De meest aantrekkelijke overwinteringsplaatsen zijn… afvalstorten! Dat zijn inderdaad vieze, stinkende plekken, maar het zijn ook plaatsen waar altijd veel voedsel te vinden is voor ooievaars, in de vorm van eetbaar afval of in de vorm van ratten en muizen die talrijk zijn op die stortplaatsen.

ooievaar

December

Ook december is een overwinteringsmaand voor ooievaars. Normaal gezien blijven ooievaars hangen op de plaats die ze in oktober-november hadden uitgekozen, tenminste zo lang daar genoeg voedsel aanwezig is. In het Zwin en omgeving brengt een klein aantal ooievaars de winter door. Daaronder ook een aantal broedvogels van het Zwin Natuur Park. Het gaat om oudere ooievaars, die hier al jaren broeden. Die vogels beginnen in de loop van december vaker hun nesten op te zoeken, om zich zo stilaan voor te bereiden op het volgende broedseizoen. Meestal gaat het om korte bezoekjes. Soms wordt er ook de nacht doorgebracht. Als een broedpaar samen op het nest komt wordt de band tussen het paar versterkt door een korte snavelkleppersessie. 

ooievaar