Resultaten vogelringsessies 2021
Er werden in totaal 6040 vogels voorzien van een wetenschappelijke ring aan de poot in de periode van 1 augustus tot en met 13 november.
Voor het derde jaar op rij kon het Zwin Natuur Park in samenwerking met BeBirds, de vogelringdienst van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) er voor zorgen dat het vogelringstation in het park het hele najaar bemand werd door ringers. Dat leverde een totaal op van 6.040 vogels die van 1 augustus tot en met 13 november voorzien werden van een wetenschappelijke ring aan de poot. Op slechts zeven van in totaal 105 dagen in deze periode kon er niet geringd worden door te slechte weersomstandigheden. Dat betekent dat de inspanning behoorlijk constant was. Een zo constant mogelijke inspanning is belangrijk voor de wetenschappelijke waarde van de verzamelde gegevens.
Naast de 6.040 vogels die nieuw geringd werden, waren er ook 284 terugvangsten van vogels die al eerder geringd waren. Die teruggevangen vogels waren voor een groot deel vogels die al eerder in het Zwin Natuur Park geringd waren, maar er waren ook exemplaren bij die van elders afkomstig waren. Sommige waren eerder geringd op andere plaatsen in België, maar er waren ook buitenlandse terugmeldingen uit onder meer Nederland, Duitsland, Noorwegen, Portugal en Tsjechië.
Lager aantal vogels dan in 2020
Het totaal voor 2021 ligt duidelijk lager dan vorig jaar. In dezelfde periode in 2020 werden 8.053 vogels nieuw geringd. Dat hoge aantal was toen in belangrijke mate het gevolg van een sterke influx van goudhanen in oktober 2020.
Het lagere aantal in 2021 is vermoedelijk ook deels te verklaren door de weersomstandigheden. Het overgrote deel van de vogels die we hier ringen zijn trekvogels die onderweg zijn van hun broedgebieden naar hun wintergebieden en die kort halt hielden in het Zwin. Het weer speelt een grote rol bij het trekgedrag. Het weer was in een groot deel van het najaar onstabiel, met vaak overheersende winden uit westelijke tot zuidwestelijke richting. Dat is niet ideaal voor een vogelringstation langs de Noordzeekust. In periodes waarin wind uit oostelijke richting overheerst, worden relatief meer trekvogels in westwaartse richting gestuwd.
Nog een andere hypothese is dat het slechte weer tijdens de zomer in bepaalde delen van Europa heeft gezorgd voor minder goede reproductie bij een aantal vogelsoorten. Aantalsschommelingen van jaar tot jaar zijn niet ongewoon. Het onderstreept het belang van een volgehouden jaarlijkse monitoring. Daardoor is het mogelijk om ontwikkelingen op lange termijn te kunnen waarnemen. Het ringonderzoek dat het Zwin Natuur Park samen met Bebirds uitvoert is wetenschappelijk onderzoek op lange termijn naar voornamelijk trekvogels.
Hoogtepunten
Een nadere blik op de resultaten laat zien dat het niet ontbrak aan hoogtepunten.
In totaal werden vogels van 51 verschillende soorten geringd. De meest geringde soort was, zoals gebruikelijk, de zwartkop, met 2.503 nieuw geringde exemplaren. Dat zijn er ongeveer 1.000 minder dan in het najaar van 2020, een opvallend verschil. De top drie werd vervolledigd door roodborst (705 nieuw geringd) en pimpelmees (701 nieuw geringd). De laatste soort kwam de voorbije jaren nog niet voor in de top drie. Dat dit nu wel het geval is, is te danken aan een influx van noordoostelijke pimpelmezen die ons begin november bereikte. De beste dag was 5 november, toen zo maar 236 pimpelmezen van een ringetje werden voorzien! De nummer twee, roodborst, scoorde dan weer duidelijk minder dan vorig najaar, met ca. 200 exemplaren minder dan in 2020.
Speciale gasten
Daarnaast waren er uiteraard een aantal speciale gasten en/of opvallende aantallen. In die laatste categorie vallen totalen van 44 waterrallen, 42 Cetti’s zangers (weliswaar meer dan de helft minder dan in 2020), 60 zwarte mezen (ook van deze mezensoort was er een influx), 8 spotvogels, 62 sprinkhaanzangers (dat was dan weer meer dan het dubbel van in 2020), 100 vuurgoudhanen (slechts een derde van het najaarstotaal in 2020), 16 goudhanen (een opvallend laag cijfer; amper 1% van het totaal van 2020!), 10 nachtegalen, 12 gekraagde roodstaarten en 25 sijzen.
Bijzondere vangsten
Bijzondere vangsten waren er van houtsnip (twee exemplaren), Siberische tjiftjaf (drie exemplaren, net als in 2020), bladkoning (amper twee; een heel pover najaar voor deze soort, na de 28 van 2020), Orpheusspotvogel, blauwborst, bonte vliegenvanger, snor, roodborsttapuit, grote gele kwikstaart, goudvink (twee exemplaren) en ringmus.
De topvangsten dit jaar waren struikrietzanger (de tweede ooit voor het Zwin) en dwerggors (nieuwe soort voor het Zwin). Beide laatste soorten zijn ook zeldzaam op Belgisch niveau, met slechts een handvol gevallen per jaar.
Bekijk alle resultaten
Alle resultaten van 2021 (en ook van vorige jaren) kunnen in detail worden geraadpleegd via